De Tram

Tramlijn Oosterhout – Tilburg

De tramlijn Oosterhout – Tilburg was een tramlijn in Noord-Brabant. De lijn werd in twee delen geopend (1881 en 1904) en werd tot 1937 met stoomtrams geëxploiteerd door de Zuider Stoomtramweg-Maatschappij (ZSM). De lijn werd aangelegd als smalspoorlijn van 1067 mm breed.

Op 11 juni 1881 verleende de gemeente Dongen de vergunning, waarna op 21 september 1881 de tramlijn Oosterhout – Oosteind – Groenendijk (‘s-Gravenmoer) – Dongen (De Hoop) in gebruik werd genomen.

Op 15 mei 1932 legde de ZSM langs al haar tramlijnen parallel lopende busdiensten in, waardoor het einde van de tram al snel in zicht zou komen. De tramlijn Tilburg – Dongen – Oosterhout werd op 7 oktober 1934 gesloten voor het personenvervoer en op 11 januari 1937 voor het goederenvervoer. De zijlijn Dongen (Looiersbeurs) – Dongen (De Hoop) werd op 31 juli 1917 gesloten voor al het verkeer.

In 1896 projecteerde ZSM een nieuwe lijn van Kaatsheuvel via Dongen naar Tilburg. ZSM begon concurrentie te ondervinden van de Hollandsche Buurtspoorwegen (HB) welke lijnen wilde aanleggen van Dongen naar Waalwijk en Dongen naar Tilburg. Onderzoek raadde ZSM af om een concessie aan te vragen. Toen HB plannen maakte voor een lijn van Waalwijk via Kaatsheuvel naar Dongen besloot ZSM toch de tramlijn Dongen – Tilburg aan te leggen uit vrees voor concurrentie. Eind 1899 werden vergunningen aangevraagd en in 1902 werd de concessie afgegeven. In Tilburg ondervond ZSM problemen van HB, die inmiddels de lijn Waalwijk – Tilburg exploiteerde. Deze weigerde ZSM toegang tot haar spoor te verlenen waardoor het voor ZSM niet mogelijk was om een lucratief eindpunt bij het treinstation van de Staatsspoorwegen in Tilburg te realiseren. ZSM probeerde daardoor een alternatieve route aan te leggen, maar het bestuur van de stad werkte dit tegen. In 1901 stelde HB zich dan toch bereid om haar spoor te delen met ZSM en ZSM kocht enkele panden langs het spoor om een emplacement aan te leggen. Door de samenwerking tussen de twee stoomtrambedrijven besloot de stad een stuk grond langs het spoor te kopen om een gezamenlijk emplacement voor ZSM en HB aan te leggen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging het bergafwaarts. Brandstof was schaars waardoor de prijzen omhoog gingen waardoor reizigers wegbleven. Na de oorlog werd dit door de komst van de autobus niet beter. Particulieren begonnen te concurreren met de tram. Het eerste bedrijf Aurora werd door ZSM met eigen autobussen bestreden en exploiteerde sindsdien naast stoomtrams ook enkele autobussen. De situatie ging echter achteruit en in mei 1931 werden de complexen in Breda ontruimd en verkocht. Van de NS kreeg ZSM een stuk grond beschikbaar waar een autobusgarage werd opgezet. Hier werd ook een kleine stalling voor de tramrijtuigen gebouwd. De werkplaatsen gingen naar Oosterhout. Vanaf 15 mei 1932 legde de ZSM buslijnen parallel aan al haar tramlijnen aan. Vanaf 7 oktober 1934 reden er geen personentrams meer en de goederentrams reden nog tot 7 oktober 1936 op de lijn Breda – Oosterhout Willemsveer en tot 11 januari 1937 op de lijn Oosterhout – Dongen – Tilburg.