Heuvel Heuvelstraat

De naam de Heuvel komt in veel dorpen en steden voor. Het is van oudsher de aanduiding voor een centrale plaats die hoger ligt dan de omgeving.

De eerste huizen van Dongen werden op de Heuvel gebouwd, want hier hield men droge voeten ten opzichte van de omringende moeren. Het was één van de donken en hooggelegen zandruggen die boven het veen- en kleigebied uitstaken.
Op de Heuvel kwamen de Oude Baan van Breda naar ‘s Hertogenbosch en de weg naar Oosterhout samen. De wegen liepen over de zandrug. Het nog bestaande driehoekige pleintje was in de Middeleeuwen een verzamelplaats voor het vee van omliggende boerderijen. De wegen kruisen hier tevens de Donge die op deze plaats door de zandrug heen breekt.
De Rijensestraatweg, de huidige Heuvelstraat, Gerardus Majellastraat, Tramstraat en een deel van de Vierbundersweg maakten vroeger deel uit van de Oude Baan. Dit is een van de oudste wegen die Dongen doorkruist en is ontstaan door de aanwezigheid van de heuvelrug. Deze heuvelrug was de meest noordelijke plaats waar men vroeger van het westen naar het oosten van Brabant kon reizen en werd daardoor het belangrijkste verbindingspunt tussen Breda en Hertogenbosch.

De ondergrond van de Brabantse bodem wordt gevormd door afzettingen van de hier vroeger stromende rivieren Rijn en Maas. In die afzettingen hebben zich rivierloopjes ingesneden, waaronder de Donge. Het landschap werd in de ijstijd grotendeels afgedekt door fijn zand (dekzand) dat uit de drooggevallen rivierdalen werd opgeblazen en verspreid. In het noordwestelijk deel van Brabant heeft zich later veen gevormd.
Rivierduinen zijn ontstaan tijdens het laatste gedeelte van de laatste ijstijd toen er in Nederland een poolklimaat heerste waardoor er nauwelijks vegetatie groeide. De wind had daardoor vrij spel zodat het zand opgeblazen werd tot duinen. Een donk of zandrug is een speciaal type rivierduin, die in een latere periode door de wind ontstond aan de lijzijde (onder de wind) van rivierbeddingen die ´s winters droog stonden. Na de ijstijd werden rivierdalen opgevuld met riviersediment en veen. Typerend voor donken is dat ze nog boven deze klei-, veenlaag uitsteken.

De donken bevonden zich op de plaats van de huidige kern van Dongen. De aanwezigheid van deze donken blijkt ook uit namen als Heuvelstraat, Stoomberg, Huize Overdonk en natuurgebied en wandelpark de Bergen.