St. Laurentiuskerk

De Laurentius- of Koepelkerk werd in 1920 gebouwd. Omdat op 9 mei 1917 de Waterstaatskerk (ook een Laurentiuskerk) afbrandde en gesloopt moest worden, kreeg architect Joseph Cuypers de opdracht om op dezelfde plek een nieuwe kerk te bouwen. Hij ontwierp een neobyzantijnse koepelkerk. Om een grote ruimte zonder hinderlijke pilaren te creëren werd een enorme bakstenen koepel gemetseld. Dit bakstenen gewelf heeft een doorsnede van 28 meter en was toentertijd één van de grootste bakstenen koepels van Europa. Houten spanten boven de gemetselde koepel dragen het koepeldak met dakpannen. Bovenop de koepel staat een twaalfhoekige lantaarn met spits waarop op 42 meter hoogte het kruis staat. De plattegrond van de kerk is achthoekig en er zijn vier achthoekige klokkentorentjes. In één van de torentjes hangt nog een originele klok, de overige drie werden tijdens WOII door de Duitsers omgesmolten voor oorlogsmaterieel.

Het Heilig Hartbeeld werd ook door Cuypers ontworpen en is in 1922 geplaatst en om verkeerstechnische redenen in 1997 verplaatst naar zijn huidige positie.

De pastorie dateert uit 1928.