Wilhelminaplein Wilhelminastraat Wilhelminakanaal
Vroeger heette het gebied rond het Wilhelminaplein de Turkenberg. Het was een zandrug die middenin het dorp lag en een geliefd speelterrein was. Hier werd met Pasen bijvoorbeeld het ‘eierschieten’ gespeeld; dat was een soort knikkerspel met hardgekookte eieren waarbij de steile helling van de Turkenberg heel geschikt was.
In de dertiger jaren werd, in het kader van de ‘werkverschaffing’ tijdens de crisisjaren, het gebied afgegraven om het terrein van oud-notaris Van Alphen aan de Kerkstraat op te hogen. Het gebied is toen geheel geëgaliseerd.
Het middengedeelte van de Turkenberg kreeg op 31 augustus 1948, ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina, de naam Wilhelminaplein.
De Wilhelminastraat is aangelegd in het begin van de 20ste eeuw als een directe verbinding tussen het dorp en de toen nog aan te leggen laad- en losplaats voor schepen aan het pas gegraven Wilhelminakanaal.
De Wilhelminastraat liep dwars door het toen nog nagenoeg onontgonnen gebied de Heivelden. Hier lagen wel enkele percelen landbouwgrond maar het merendeel bestond uit schaarhout en bossen.
Het Wilhelminakanaal verbindt de Amer met de Zuid-Willemsvaart en is 68 km lang. Deze waterweg is vooral gericht op Tilburg, één van de belangrijkste industriesteden van Nederland. Het kanaal werd aangelegd omdat in de loop van de 19e eeuw de economische bedrijvigheid in Brabant toe nam waardoor er behoefte ontstond aan betere scheepvaartverbindingen. En het vervoer per schip is qua tonnage goedkoop.
In 1794 bestond er al een plan voor een kanaal van Tilburg naar de Amer en later werden ook meerdere pogingen tot ontwikkeling van een kanaal ondernomen; door Koning Willem I, II en later ook particulieren. Maar het was de overheid zelf die in 1869 het initiatief nam voor het aanleggen van het Wilhelminakanaal.
De voorbereidende werkzaamheden begonnen in 1906 en de graafwerkzaamheden gingen in 1909 bij Geertruidenberg van start. In 1912 was Oosterhout al per boot bereikbaar. Tijdens de eerste wereldoorlog liep het werk richting Tilburg grote vertraging op omdat materialen toen moeilijk verkrijgbaar waren. Na de oorlog ging het graven een stuk sneller, toen men de beschikking kreeg over grote graafmachines die tijdens de oorlog voor militaire doeleinden waren ingezet. In 1920 kon er gevaren worden tot de Tilburgse loshaven en in april 1923 werd het hele kanaal in gebruik genomen.